Do no harm, take no shit.

Die feestdagen zijn nooit mijn favoriete periode geweest. Teveel gedoe, teveel geconsumeer, teveel eten, teveel verplichtingen. Het zijn mijn kinderen die me geleerd hebben om er toch wat van te gaan houden. Door hun ogen kijkend, zie ik het sprookjesachtige ervan in en met een grijns constateer ik dat ik de kerstboom ga missen na drie koningen. Mijn dochter overtuigde het gezin zelfs om mee te doen aan de warmathon voor Music For Life, want ze had gehoord dat ze “door te lopen arme kindjes kon helpen”. Al begreep ze dat principe helemaal niet, toch vond ze het een uitstekend plan. En wij dus ook!

img_2393

Voornemens heb ik ook laten varen toen ik tijdens mijn studententijd eens probeerde te stoppen met roken. (Ik hield het 3 dagen vol.) Mijn voornemen om de bijlagen niet te vergeten in mijn mails kan ik ook al niet volhouden. Laat staan dat ik ooit verjaardagen zal onthouden.
Geen voornemens dan maar? Dat deed ik vorig jaar inderdaad. Na een halfjaar single moeder zijn had ik mezelf al meer dan genoeg overtroffen eigenlijk. Er was zoveel dat absoluut moest gebeuren (kinderen alleen opvoeden! mijn huis verkopen! een nieuw huis vinden! evenwicht! een zaak runnen!) dat er geen enkele ruimte was voor voornemens. Al was er natuurlijk ruimte genoeg voor verbetering. Hele melkwegen, nu ik er zo over nadenk.

Ergens in die voornemensperiode vond ik wel een zin die tot me sprak. Ik besloot er mijn voornemen van te maken. ’t Is te zeggen: ik tweette dat ik mijn voornemen had gevonden. Verder deed ik er helemaal niets mee. Mijn gevoel zei A en ik deed B. Ik maakte mijn hoofd gek, kwetste mensen rondom mij, kwetste mezelf en deed koppig verder. De periodes waarin alles goed leek te gaan, duurden lang genoeg om de momenten van twijfel van de tafel te vegen en dus ging ik door en door en door. Tot ik begreep dat ik mezelf bedot had.

Natuurlijk werd er me ineens de hemel beloofd, kwamen er inhaalmanoeuvres, ridderlijke galanterieën, zacht gesproken woorden, eenhoorns en regenbogen. Ik stond erbij, keek ernaar, liet me overdonderen, vluchtte weg. In werk, in Afrika, in wijn. Dan was er een gesprek met iemand dat maar niet wilde vlotten. En om de ongemakkelijke stilte te vullen vroeg ik naar zijn goede voornemens voor het komende jaar en die klonken mooier dan ik verwacht had en dus wou ik even eerlijk de mijne verwoorden. Ik zei, zonder er echt over na te denken: “Wat meer mijn gevoel volgen.” En de woorden raakten een snaar die ik niet heel bewust had willen raken en brachten me terug naar dat voornemen van vorig jaar dat ik even onaangeroerd had gelaten als die snaar.

Do no harm, take no shit. Poging 2, want tenslotte is het niet de eerste keer dit jaar dat ik een tweede kans krijg. Ik kan mezelf er dan net zo goed ook eentje gunnen. Een tweede dan. Ik ga wel blijven roken, en reizen en wijn drinken en miljoenen knuffels geven aan mijn kindjes. ’t Was nie allemaal slecht ook nie hé in 2016, ook al durven kwatongetjes dat wel eens beweren.