Het gaat er gewoon om dat ik een paar woorden op een wit vlak krijg, om me weer een beetje mens te voelen. Het gaat niet om wat ik schrijf, het is het schrijven zelf dat alle gevoel van normaal zijn terugbrengt. Ongeveer een maand moet het geweest zijn, dat ik niets kòn schrijven. Eerst door totale verwarring in mijn gedachten, dan door te intens werken, tot nu. Het is nog niet zoveel helderder geworden, maar tenminste al rustiger.
Weken van 80 tot 100 uur werken, 3 soms 4 uren slapen per nacht, zorgen voor de kindjes, niet meer weten welke dag het is, andere klanten in een hoekje duwen en doen alsof dat hoekje niet bestaat. En dan een kortsluiting, zo letterlijk fysiek verlammend dat het me bang maakte en nog meer verlamde. Waar was de grond, waar kon ik mijn voeten nog op zetten? “Ik ben kapot, ik heb me in lange tijd niet zo kapot gevoeld.”, zei ik hem. Alsof het iets uitmaakte of ik dat zou zeggen of niet. Er moest een onderbreking komen, een reset knop ingedrukt en liefst ook een beetje perspectief. Daar kon niemand anders voor zorgen dan ikzelf.
Dat project had heel mijn leven overgenomen en zo overzichtelijk was dat leven sowieso al niet (gelukkig, want ik haat saai.). Crisiscommunicatie op zijn best, teveel verantwoordelijkheidsgevoel in mijn lijf en veel te veel ‘k zal kik da wel doen – gemijmer en ge-doe. De volgende keer doe ik weer precies hetzelfde. Van die halve dingen zijn niet voor mij. En dan zal hij weer zeggen: “Dit, echt nooit meer, Dora. Het mag echt niet meer.” We weten allebei dat het toch nog zal gebeuren en ook dat hij me dan opnieuw zal opvangen en knuffelen en zeggen dat alles helemaal goed komt. Dat is nu eenmaal wat ik doe, leven in extremen alsof kabbelende gevoelens niet genoeg zijn. En dat zijn ze niet. (voor mij)
Het wordt toch maar eens tijd dat we allemaal aanvaarden dat er mensen zijn die niet graag kabbelen. Dat we het collectief ok vinden dat die mensen wel eens tijdelijk kapot gaan en dan weer terugveren. We moeten maar eens stoppen met ons zoveel zorgen te maken en gewoon klaarstaan met dekentjes en wijn voor wanneer het misloopt. Wat is er daar eigenlijk mis mee? (Behalve dat graag zien misschien niet zo werkt. Graag zien, anticipeert misschien wat liever.)
Wat als, al dat diepzinnig graag zien het gewoon ingewikkelder maakt? En zonder dat kluizenaarsleven te willen romantiseren, ik kots daarvoor te hard van al dat hippie mindful gezeik, maar is het soms gewoon niet makkelijker alleen? Kan je echt zomaar iemand meesleuren in een golf die schijnbaar ongecontroleerd blijft borrelen zonder te denken dat je samen gaat verdrinken?
En laten we eerlijk zijn. Waarom streven we dat eigenlijk allemaal na?