Dat ene specifieke huiltje

photo-1437650128481-845e6e35bd75

Van zodra ze een paar dagen oud zijn, weet je het. Misschien ben je er dan nog een beetje onzeker over en twijfel je nog, maar je weet het. Of misschien ben je een papa en denk je het niet te weten, maar je weet het eigenlijk wel. Je weet wanneer ze waarom huilen. Je onderscheidt honger van krampjes van vuile luiers van nood aan knuffels. En desnoods ga je het rijtje af. Maar die vaardigheid voor jouw eigen kind gaat niet meer weg en naarmate ze ouder worden en leren praten ontwikkelt die vaardigheid verder. Je leert wanneer ze echt pijn hebben en wanneer ze doen alsof om een zoentje te krijgen. Je weet wanneer ze moe wenen, verdrietig wenen, angstig wenen. En er zijn van die specifieke huiltjes die meteen op al je prikkels springen en je alert maken en je doen lopen naar je kind.

Het was zo eentje midden in de nacht. De eerste nacht van mijn mamaweek. Zo eentje die me deed springen en lopen naar de kamer. Hij had in zijn bed geplast en vond het duidelijk hartverscheurend. Ik moest niet vragen of hij misschien niet op tijd was wakker geworden. Ik had hem nochtans zo graag gerustgesteld met de wetenschap dat het niet erg was, maar een ongelukje.

Maar hij zei: “Ik wou naar het toilet gaan, maar ik vond het niet meer.” Mijn eigen kleine jongen, bij wie ik met zoveel zekerheid al zijn verdrietvarianten kan onderscheiden, was de weg kwijt in mijn eigen huis.

Een halfuurtje later kroop ik terug in bed. Ik huilde niet, maar was wel echt verdrietig.