Ik heb het verhaal al een paar keer verteld aan mensen en bij de meesten roept het dezelfde gevoelens op als het deed bij mij. Binnen alle twijfels die ik ervaar als moeder, alle mogelijke miljoenen “doe ik het wel goed zo?”-momenten, wist ik zeker: dit doe ik precies goed.
Nu ga ik wel all out voor een mamablog, het laatste dat ik wil, is een belerend vingertje ophouden. Dit is dus geen handleiding voor “zo pak je zo’n gesprek aan met twee kleuters”, verre van. Maar het was voor ons drietjes precies, maar echt precies, goed. Anderzijds mag er op een blog gevuld met zoveel sarcasme ook wel eens trots momentje verteld worden. Het is niet allemaal rozengeur en maneschijn, maar het is ook niet allemaal azijnpis en ammoniak.
Dit is het moment waarop ik besloot te vertellen aan mijn kinderen: “Mama heeft een nieuwe vriend.” Ik begreep hoe potentieel pijnlijk dit kon zijn, hoe definitief ik de deur sloot voor een herkansing tussen hun papa en ikzelf. Ook al was dat voor die papa en mezelf al heel lang duidelijk, toch wist ik dat ik met deze boodschap hun laatste sprankeltje hoop weghaalde.
Mijn plan begon in de winkel waar ik ze elk een sapje liet kiezen en een bijpassend chipje (en een fles wijn voor mezelf, want je weet maar nooit) en de mededeling dat we zouden aperitieven later die avond. Ze kennen het begrip “aperitieven” wel, dat is een moment waarop grote mensen aan tafel zitten en zij ongestoord chips kunnen eten. In dit geval zou het natuurlijk anders lopen. Er waren geen andere grote mensen dan ikzelf. Dit was namelijk een gesprek dat ik naar mijn eigen gevoel alleen moest voeren met hen.
Even later zaten we aan tafel te aperitieven, elk met onze druivensap en kommetje chips en vroeg ik aan de kinderen of ze wisten wat “verliefd zijn” betekent. De dochter vertelde meteen over hoe ze verliefd was op Nathan, maar dat hij wel een “donker velletje” heeft. Dus moest we nog eerst even die conversatie voeren, met name dat het mama geen enkele moer, vijs of duimspijker kan schelen welk kleurtje haar vriendjes of vriendinnetjes of liefjes hebben. Toen dat eenmaal van de baan was, kon ik vertellen over hoe ik verliefd was geworden op een jongen en dat ik hem voortaan graag wat meer zou zien en dat zij hem ook wel wat vaker zouden zien. Op geen enkel moment vroeg ik om hun toestemming of validatie over het hebben van deze relatie en ervaren van deze verliefdheid. Wat ik vervolgens wel deed, was heel concreet vragen hoe we dit het best konden doen passen in ons gezin. Ik schetste situatie na situatie en vroeg of ze die ok vonden of niet.
Situatie 1: Hij komt op vrijdagavond met ons frietjes eten. OK!
Situatie 2: Hij komt mama helpen verhuizen binnenkort. OK! Want hoe gaan we in godsnaam anders zelf die kasten buiten krijgen?!
Situatie 3: Hij gaat samen met ons zwemmen. Mama durft niet met ons alleen op de wildwaterbaan, zeg ook dat het ok is, dan kunnen we er weer op! OK!!!!!
Situatie 4: Hij komt samen met ons ’s avonds een filmpje kijken. Alleen als wij de film mogen kiezen!
Situatie 5: …
Situatie kweetnietmeerhoeveel: Hij en mama geven zoentjes aan elkaar. Ieuw, nee!!
Situatie kweetnietmeerhoeveel +1: Hij en mama geven knuffels aan elkaar. Ok, maar we zullen gewoon niet kijken dan.
…
Op het einde van het gesprek speelden we nog een gezelschapsspelletje en bleven de vragen komen. Hoe oud is hij, waar woont hij, kan hij voetballen, kan hij een konijn tekenen, lust hij vieze kikkersoep (om te zien of hij niet gestoord was), is hij groter dan mama, heeft hij een baard,… Alles werd rustig beantwoord en toen we halverwege het gezelschapsspel waren, was het onderwerp helemaal vanzelf veranderd naar iets anders en ongetwijfeld boeiender dan mama’s liefdesleven. En daarmee was het voorbij. We wisten allemaal waar we aan toe waren en toen ze hem de eerstvolgende keer zagen, konden ze hem perfect plaatsen.
Duidelijker dan dit heb ik nog nooit gecommuniceerd met mijn kinderen. Al zeg ik het zelf.