Hij draagt een armband met toverdiamanten, helemaal zelfgemaakt. Roze, paarse, blauwe, bloemetjes, hartjes en vlindertjeskraaltjes aan een licht versleten elastiekje, netjes dichtgeknoopt door zijn juf. Een echte toverarmband, hij kan ermee sturen, op het dak fietsen, vliegen en de auto doen toeteren naargelang op welk kraaltje hij duwt. Hij test de toeterdiamant en het werkt! Mama’s auto begint ineens te toeteren! Wow, nu is zelfs grote zus onder de indruk. Wantrouwig, maar onder de indruk.
Een beetje later staan we aan de kassa in de supermarkt aan te schuiven en vertelt hij over hoe hij kan vechten met zijn armband en vast kan winnen van Dardan nu. De man achter hem, een idiote marginaal, schiet luidop in de lach en zegt: “met die jeanettenarmband, zeker”. Hij begrijpt het niet goed, maar begrijpt dat er met hem en zijn toverarmband wordt gelachen. Ik spring bijna uit mijn vel van woede.
Zus vraagt waarom de marginale idioot met haar broer zijn armband lacht. Ik antwoord – luid en duidelijk: “Omdat hij een piepklein pietje heeft en jaloers is op broer zijn supercoole armband.” Dat vinden ze grappig. Ik ook. Iedereen, behalve de marginale fucker, die mij gehoord heeft ook.