“Er is een jongen verliefd op mij en hij wil mij heel de tijd kussen. Ieuw!” The struggle is zeer real voor mijn 5-jarige. Er zijn nu twee Ömers. Er is een kus-Ömer en een gewone Ömer. De gewone zit in broer zijn klas. Die is cool en het onderscheid is zeer belangrijk om de naschoolse verhalen te kunnen volgen.
De eerste strategie was de strategie die ik graag noem: mama-probeert-pedagogisch-slim-te-zijn-en-waardevolle-levenslessen-te-geven. “Zeg hem dat je gewoon vrienden wil zijn.” Mijn dochter is geweldig en luistert heel gericht naar wat ik zeg wanneer ze oprecht denkt dat ze er haar voordeel mee kan doen. Dus deed ze het. Maar mannen zijn koppige idioten soms (vaak) en dus werkte dat plan voor geen meter. Kus-Ömer probeerde haar nog steeds te pas en te onpas te kussen.
De tweede strategie was de strategie: meid-het-is-tijd-dat-ik-je-iets-leer-over-mannen. Blijkbaar is vijf jaar de leeftijd waarop je moet uitleggen hoe je moet communiceren met mannen. Onbeleefd, rechttoe rechtaan, kwetsend, ongenuanceerd. Er is geen grijs, liefste dochter, mannen begrijpen enkel zwart en wit. Dus legde ik uit: “Zeg hem dat je hem niet leuk vindt, ook al vind je hem eigenlijk wel lief.” Dat snapte ze niet, maar het valt ook niet te snappen. Soms verlies je een vriend omdat hij niet wil horen dat je niet meer wil zijn dan vrienden. Het suckt en daar valt weinig aan te veranderen.
Maar mannen zijn echt gigantische idioten, dus dat werkte ook niet. Maar het ding is dat er gelukkig van die mannen bestaan die niet idioot zijn! Ze zijn ruwweg onder te verdelen in volgende (soms overlappende) categorieën: echte vrienden die niet met jou willen kussen, de slager die je een schelletje hespenworst geeft als je “pikante préparé” gaat halen, de buschauffeur die op je wacht wanneer je druk zwaaiend komt aangelopen, de papa die met je naar de kermis gaat, je vriendje die voor je komt koken wanneer je veel te laat moet werken. En, je broer.
Dus stapten we over op de finaal beslissende strategie: “Haal je broer erbij op de speelplaats.” Broer deed wat hij moest doen. Maakte zich boos, haalde zijn meest macho kant naar boven en zei iets in het genre (ik was er niet bij): “Ojooo maat, kzweer et u, gij moet van mijn zus blijven.” Of zoiets. Mijn kinderen hun gents is zoveel beter dan het mijne. Het werkte, het werkte wonderlijk, ook al is broertje het meest schattige knuffelventje ter wereld, toch slaagde hij erin om de kus-Ömer weg te houden van zijn zus. Een echte ridder voor zijn prinsessenzus.
Ik kan hier eigenlijk maar twee grote lessen uit trekken en dat is dat ik vaker met mijn broers op café moet en ook dat ik suck in pedagogisch verantwoord opvoeden. Soit, ze eten gezond, slapen 8 uur per nacht en lachen veel. Dat is de bedoeling, toch? Ja toch hé?