Nog veertig minuten in het mooiste station dat hij ooit had gezien en hij had er al een heleboel gezien. Dat moest wel voorbijvliegen, maar ik moest zo dringend plassen. Het uitzicht mag nog mooi zijn, als je zo dringend moet, dan kan je er niet van genieten. Ik vond het niet meteen en bij gebrek aan personeel en duidelijk bewegwijzering vroeg ik hulp aan de mensen die het meest van al vertrouwd zijn met stations.
Een berekende gok dat ze relatief nuchter waren (ik was het zelf ook niet, dus het stak niet zo nauw) en ik vroeg de weg naar de toiletten. Ze legden het uit in een redelijk opgekuist Hollands Nederlands. Dan had ik dorst, misschien al nadorst, misschien nog niet. Opnieuw vroeg ik hun waar ik drinken kon vinden. Toen bleek ik helemaal niet voldoende kleingeld te hebben en vroeg ik hun om een paar muntjes in ruil voor een briefje. Iedereen even beschaamd over het feit dat ze geen hadden.
We deelden dan maar één flesje cola en een peukje. Waar ga je heen? Naar Gent. Ik durfde niet vragen naar waar hij ging. Het was wel duidelijk dat het hem niet duidelijk was. Ik heb wel eens gekraakt in Gent, leuke stad! Ja, vind ik ook. Oh ironie, toen hij me uitlegde waar hij gekraakt had, vlak om de hoek van de winteropvang voor daklozen. Het zal misschien niet koud genoeg geweest zijn. Hij klonk verstandig. Effectief. Hij had financieel advies gegeven in één of ander verleden. Koerswijzigingen van aandelen proberen voorspellen. Mensen adviseren in het aan – en verkopen van opties. Hij liet zich meeslepen, maakte een paar fouten, vermoed ik, hij is te fier om het mij te zeggen. Al bij al viel het wel mee, hij werd na jaren vrijgesproken, maar het kwaad was geschied. Hij had al jaren geen financieel advies meer gegeven en de deurwaarders hadden zijn woning meerdere keren gevonden. Naar het buitenland dan maar, zegt hij als een echte zakenman. Op enkele minuten rijden van de grens, is het hem objectief gezien wel gelukt, maar zijn expatleven is verre van geslaagd.
Ik kuste ze tot gauw, als waren het collega’s en stapte vrolijk de trein op waar ik een gesprek aanknoopte met vier jonge mannen die net van Brugge naar Rotterdam gefietst hadden en op terugreis waren. Even beneveld als ik, alleen had ik er geen sportieve tegenprestatie voor geleverd. Pratend over wielrennen, digital marketing en de bed and breakfast van één van de mannen ging ik terug naar Gent. De stad waar Ron had gekraakt.
Toen ik thuiskwam, was ik een pakje sigaretten en een briefje van vijftig euro armer. De kans dat de voormalige financieel adviseur het efficiënter uitgeeft, lijkt me bijzonder groot. Ik hoop dat hij heel gauw nooit meer hoeft te stelen om te overleven.